Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen zeide [25]hij tot mij: De kameren van het noorden, [en] de kameren van het zuiden, die [26]voor aan de afgesneden plaats zijn, dat zijn [27]heilige kameren, waarin de priesters, die tot den HEERE naderen, die [28]allerheiligste dingen zullen eten; aldaar zullen zij de allerheiligste dingen henenleggen, [29]en het [30]spijsoffer, en het [31]zondoffer, en het schuldoffer, want de plaats is heilig. 25. Die man, boven hfdst.40 vs.3. 26. Hebreeuws, tegen het aangezicht. 27. Hebreeuws, kamers der heiligheid. 28. Hebreeuws, de heiligheden der heiligheden, alzo in het volgende; zie Lev.2:3. 29. Of, namelijk. 30. Zie Lev.2:. 31. Zie Lev.40:39.